Handleiding Tr-oo-st

Wat een prachtig woord vind ik dat toch, troost. Het lijkt wel of het is opgebouwd uit klanken die je gezamenlijk een handleiding influisteren van hoe je dat het beste kunt doen, een ander troosten. Want gemakkelijk is het niet.

Stap 1, de eerste klank is tr.
Trrrr … Dat klinkt wat trillend, bibberend, teer en kwetsbaar. En dat is precies de juiste grondhouding voor wie een ander wil troosten bij pijn en verdriet. Dat lukt het beste als je met lege handen komt, even naakt en kwetsbaar dus als degene die ergens aan lijdt. En dan moet je het ook nog eens bij die lege handen zien te houden: de verleiding weerstaan om het leed met woorden weg te poetsen of te rechtvaardigen.

Stap 2, de klank van een langgerekte o.
Oooooooo! Veel meer dan dat wordt er van een trooster verbaal eigenlijk niet gevraagd. Het belangrijkste is dat je er bent en dat je luistert. Met een meelevend, welgemeend oooo kun je de ander bevestigen in het verhaal. En met de juiste intonatie kun je daar alle gevoelskleuren in leggen die je maar wilt: van ontzetting tot afgrijzen, van verdriet tot woede, van angst tot walging, en wat al niet meer. Probeer het maar eens, dan ontdek je onmiddellijk de rijkdom van de veelkleurige troost-o, die ronde, veilige bedding van begrip bij groot verdriet.

Stap 3, tot slot, de slotklank st.
Stttt. Dat wil zeggen: stil! Wie heeft het niet een keer ervaren, die heilzame werking van stille troost? Dat je in stilte samen nog wat rond het verdriet mag blijven zitten. Samen, dus niet alleen, en vooral: zonder het op te moeten lossen. Net zo lang als nodig is om weer tot jezelf te komen en je weg te kunnen vervolgen.

Wonderlijk, wat een wijsheid er verborgen kan liggen in de klanken van één enkel woord.