Handleiding Tr-oo-st
2 mei 2024
Wat een prachtig woord vind ik dat toch, troost. Het lijkt wel of het is opgebouwd uit klanken die je gezamenlijk een handleiding influisteren van hoe je dat het beste kunt doen, een ander troosten. Want gemakkelijk is het niet.
Stap 1, de eerste klank is tr.
Trrrr … Dat klinkt wat trillend, bibberend, teer en kwetsbaar. En dat is precies de juiste grondhouding voor wie een ander wil troosten bij pijn en verdriet. Dat lukt het beste als je met lege handen komt, even naakt en kwetsbaar dus als degene die ergens aan lijdt. En dan moet je het ook nog eens bij die lege handen zien te houden: de verleiding weerstaan om het leed met woorden weg te poetsen of te rechtvaardigen.
Stap 2, de klank van een langgerekte o.
Oooooooo! Veel meer dan dat wordt er van een trooster verbaal eigenlijk niet gevraagd. Het belangrijkste is dat je er bent en dat je luistert. Met een meelevend, welgemeend oooo kun je de ander bevestigen in het verhaal. En met de juiste intonatie kun je daar alle gevoelskleuren in leggen die je maar wilt: van ontzetting tot afgrijzen, van verdriet tot woede, van angst tot walging, en wat al niet meer. Probeer het maar eens, dan ontdek je onmiddellijk de rijkdom van de veelkleurige troost-o, die ronde, veilige bedding van begrip bij groot verdriet.
Stap 3, tot slot, de slotklank st.
Stttt. Dat wil zeggen: stil! Wie heeft het niet een keer ervaren, die heilzame werking van stille troost? Dat je in stilte samen nog wat rond het verdriet mag blijven zitten. Samen, dus niet alleen, en vooral: zonder het op te moeten lossen. Net zo lang als nodig is om weer tot jezelf te komen en je weg te kunnen vervolgen.
Wonderlijk, wat een wijsheid er verborgen kan liggen in de klanken van één enkel woord.
Ruimer worden
2 mei 2024
Onlangs tipte iemand me dit geweldige, al wat oudere plaatje voor rouw (Tonkin’s Grief model 1996).
We praten doorgaans over verdriet om een groot verlies alsof het iets is wat op den duur wel zal slijten, alsof het iets wat met de jaren vanzelf ‘kleiner’ wordt. De tijd heelt alle wonden, zeggen we dan bijvoorbeeld. Bedoeld als troost en hoop, maar het kan soms averechts werken. Want wie rouwt om een dierbare wil helemaal niet dat ‘het’ kleiner wordt. Dat voelt bijna als een soort ontrouw naar die geliefde verloren ander.
Wie rouwt wil eigenlijk alleen maar gehoord en gezien worden in het verdriet. Zo vaak en zo lang als nodig, omdat vooral dat ruimte schenkt.
En precies dat laat dit beeld met de flesjes zo goed zien. Daarin schenkt het hoop en vertrouwen. Het is hoe ik het zelf ervaar, en het is ook wat ik telkens weer bij andere rouwenden waarneem. Hoe niet zozeer de wond, het gemis of het verdriet om het verlies kleiner wordt, maar hoe de rouwende er in een eigen tempo, op een eigen manier omheen groeit. Ruimer wordt, waardoor het verlies met de tijd wat beter te hanteren wordt.